Het ontstaan van de tango


Er is onduidelijkheid over de oorsprong van de tango. Het is bekend dat zij aan de oevers van de Rio de la Plata in Buenos Aires in Argentinië en Montevideo in Uruguay is ontstaan. De dans en muziek van nakomelingen van zwarte slaven mengden zich met die van seizoenarbeiders en immigranten uit Italië en Spanje en van gaucho’s, Zuid-Amerikaanse cowboys, die op zoek naar werk naar de stad waren getrokken.

In de periode 1890-1900, toen de eerste tangomuziek van betekenis in Buenos Aires ontstond, gingen mensen ’s avonds naar zaaltjes, cafés of bordelen, of gewoon naar een hoek van twee kruisende straten, om te dansen. Zij werden hierbij slechts begeleid door twee muzikanten met een gitaar, fluit of viool. Buenos Aires groeide enorm aan het begin van de 20e eeuw en het aantal mensen dat zich tot de tango voelde aangetrokken groeide mee. Er kwamen steeds meer muzikale ensembles, net als dansgelegenheden. De bandoneon had inmiddels zijn intrede gedaan.

In de gloriejaren van de tango in Buenos Aires, leek het of iedere havenbewoner aan de tango deed. De opkomst van de radio heeft hier een belangrijke rol in gehad. Voordat de tango in Europa werd gedanst, had hij veel vijanden, waaronder de Franse bisschoppen en vele artsen. In sommige kringen werd de tango eerder beschouwd als een ordinaire, vulgaire dans.

In 1924 werd in heel Europa een gekuiste vorm van de tango ingevoerd. Zo is de ballroomtango ontstaan.

De composities van Astor Piazzolla (1921-1992) hebben de tango in de jaren 60 nog verder gebracht. Dankzij zijn vernieuwende visie koos hij voor teksten die dichter bij het hedendaagse leven stonden. Zijn poëzie is net als zijn muziek abstract.

Piazzolla’s composities werden pas in de jaren 70 (tango nuevo) populair in Europa.

Het verhaal over het ontstaan van de tango zal tijdens het concert verteld worden.